VENSTERS OP HET MYSTERIE
Vrede is met u en wees niet bevreesd, sprak Raimon Pannikar (1918-2010). Deze Spaans-Indiase theoloog, filosoof en mysticus bewandelde nieuwe en gedurfde wegen van vrede, contemplatie en de mystieke dimensie. Tijd om een stukje mee te lopen op zijn pelgrimspad. Die van de eeuwigheid in het hier en nu.
In de stilte van de Spaanse Pyreneeën luistert Raimon Panikkar, gehuld in lichte gewaden, geduldig naar de vragen die hij krijgt voorgelegd. De filmcamera van de toenmalige Nederlandse televisieomroep RKK, zoomt in op zijn vriendelijke, open gezicht. Pannikars gedachten zijn bijna te horen. Hoe was het om op te groeien tussen twee culturen, vraagt interviewster Lucette Verboven. “Ik heb er niet om gevraagd”, antwoordt Panikkar. “De beste dingen in het leven worden ons gegeven, en wijsheid is om die dingen te accepteren en ze te veranderen door van ze te houden.” Leren houden van datgene wat op je pad komt, veranderen wat je veranderen kunt. Het is een pad waarop hij al vroeg de christelijke Bijbel kreeg aangereikt. Hier, in de Pyreneeën, waar het gezang van vogels zijn woorden met elkaar vervlechten, brengt hij de boodschap van Jezus, zoals in de getuigenissen aan ons overgeleverd, krachtig tot de kern: “Jezus sprak: ‘Vrede is met u en wees niet bevreesd.’”
In de stilte van de Spaanse Pyreneeën luistert Raimon Panikkar, gehuld in lichte gewaden, geduldig naar de vragen die hij krijgt voorgelegd. De filmcamera van de toenmalige Nederlandse televisieomroep RKK, zoomt in op zijn vriendelijke, open gezicht. Pannikars gedachten zijn bijna te horen. Hoe was het om op te groeien tussen twee culturen, vraagt interviewster Lucette Verboven. “Ik heb er niet om gevraagd”, antwoordt Panikkar. “De beste dingen in het leven worden ons gegeven, en wijsheid is om die dingen te accepteren en ze te veranderen door van ze te houden.” Leren houden van datgene wat op je pad komt, veranderen wat je veranderen kunt. Het is een pad waarop hij al vroeg de christelijke Bijbel kreeg aangereikt. Hier, in de Pyreneeën, waar het gezang van vogels zijn woorden met elkaar vervlechten, brengt hij de boodschap van Jezus, zoals in de getuigenissen aan ons overgeleverd, krachtig tot de kern: “Jezus sprak: ‘Vrede is met u en wees niet bevreesd.’”
"De beste dingen in het leven worden ons gegeven"
Panikkars woorden die zich hier in de welhaast meditatieve stilte van het grillige berglandschap ontvouwen, kleuren boeddhistisch, dan weer christelijk, dan islamitisch ... In wat hij zegt resoneert een beschouwende en mystieke dimensie die ik zelden zo sterk voel als wanneer ik deze – voor mij op dat moment nog onbekende geestelijke – hoor spreken. Wie is hij? Wat is zijn verhaal? Wat kan ik van hem leren? Ik besluit over deze man meer te weten te komen, of beter: zijn boodschap. Een boodschap van de interreligieuze dialoog. Hoe verhoudt zijn boodschap zich tot de weg die ik nu zelf bewandel in mijn spiritualiteit? Ik kom uit bij het boek Vensters op het mysterie, en ga op pelgrimstocht met Raimon Panikkar.
|
VRAGEN STELLEN
Welke woorden inspireren ons in de 21e eeuw? In Vensters op het mysterie gaat de Vlaamse theoloog Marc van Tente op zoek naar bevrijdende, levenwekkende woorden, in de sporen van Raimon Pannikar (1918-2010). Panikkar was een Spaans-Indiase theoloog, filosoof en mysticus. Hij bewandelde nieuwe en gedurfde wegen van rede, contemplatie en de mystieke dimensie. Hij wist als westers theoloog Aziatische visies van het hindoeïsme en het boeddhisme in zijn geloofsbeleving te integreren. Op die manier opende hij de interreligieuze dialoog. Een aantal aspecten van Panikkars venster op het Mysterie houd ik hier tegen het licht.
Raimon Panikkar wordt op 2 november 1918 geboren in Barcelona. Zijn vader is een Indiase hindoe, zijn moeder een Spaanse katholiek. Panikkar gaat naar de Jezuïetenschool, studeert scheikunde en filosofie aan de universiteiten van Barcelona, Bonn en Madrid, en rondt beide studies af met een doctoraat. Vervolgens studeert hij theologie in Madrid en Rome, waarvoor hij eveneens zijn doctoraat haalt. Vanwaar die overgang van scheikunde naar filosofie? “Ik stelde altijd de verkeerde vragen voor scheikunde”, zegt hij in het televisie-interview. “Ik had een grote belangstelling voor filosofie. Filosofie is geen voetbalwedstrijd met concepten, maar met alle middelen de betekenis van je leven proberen te ontdekken. Waar gaat het allemaal over? Vragen stellen. Goede vragen. En dan kom je erachter dat veel van die vragen al veel eerder gesteld zijn. Alle fundamentele vragen zijn theologische vragen.”
Na zijn in Europa behaalde doctoraten vertrekt Panikkar naar India voor een studie Indiase filosofie. “Ik verliet Europa als een christen, ik ontdekte dat ik een hindoe was en kwam terug als boeddhist zonder afscheid te nemen van het christen-zijn”, zegt hij later.In zekere zin passen zijn woorden in zijn spirituele voorstelling van de Ganges, een van de bekendste rivieren ter wereld. De rivier stroomt door India, heeft vele bronnen, en haar delta breidt zich uit in ontelbare armen en mondingen. Panikkar leert haar te zien als symbool voor alle religies wereldwijd. De rivieren komen nergens waarneembaar samen, wel ontmoeten zij elkaar, in de hemel, in de vorm van wolken, nadat ze eerst zijn overgegaan in waterdamp en als regen neervallen in de dalen ‘van de stervelingen’. Van daaruit voerden zij de aarde.
Welke woorden inspireren ons in de 21e eeuw? In Vensters op het mysterie gaat de Vlaamse theoloog Marc van Tente op zoek naar bevrijdende, levenwekkende woorden, in de sporen van Raimon Pannikar (1918-2010). Panikkar was een Spaans-Indiase theoloog, filosoof en mysticus. Hij bewandelde nieuwe en gedurfde wegen van rede, contemplatie en de mystieke dimensie. Hij wist als westers theoloog Aziatische visies van het hindoeïsme en het boeddhisme in zijn geloofsbeleving te integreren. Op die manier opende hij de interreligieuze dialoog. Een aantal aspecten van Panikkars venster op het Mysterie houd ik hier tegen het licht.
Raimon Panikkar wordt op 2 november 1918 geboren in Barcelona. Zijn vader is een Indiase hindoe, zijn moeder een Spaanse katholiek. Panikkar gaat naar de Jezuïetenschool, studeert scheikunde en filosofie aan de universiteiten van Barcelona, Bonn en Madrid, en rondt beide studies af met een doctoraat. Vervolgens studeert hij theologie in Madrid en Rome, waarvoor hij eveneens zijn doctoraat haalt. Vanwaar die overgang van scheikunde naar filosofie? “Ik stelde altijd de verkeerde vragen voor scheikunde”, zegt hij in het televisie-interview. “Ik had een grote belangstelling voor filosofie. Filosofie is geen voetbalwedstrijd met concepten, maar met alle middelen de betekenis van je leven proberen te ontdekken. Waar gaat het allemaal over? Vragen stellen. Goede vragen. En dan kom je erachter dat veel van die vragen al veel eerder gesteld zijn. Alle fundamentele vragen zijn theologische vragen.”
Na zijn in Europa behaalde doctoraten vertrekt Panikkar naar India voor een studie Indiase filosofie. “Ik verliet Europa als een christen, ik ontdekte dat ik een hindoe was en kwam terug als boeddhist zonder afscheid te nemen van het christen-zijn”, zegt hij later.In zekere zin passen zijn woorden in zijn spirituele voorstelling van de Ganges, een van de bekendste rivieren ter wereld. De rivier stroomt door India, heeft vele bronnen, en haar delta breidt zich uit in ontelbare armen en mondingen. Panikkar leert haar te zien als symbool voor alle religies wereldwijd. De rivieren komen nergens waarneembaar samen, wel ontmoeten zij elkaar, in de hemel, in de vorm van wolken, nadat ze eerst zijn overgegaan in waterdamp en als regen neervallen in de dalen ‘van de stervelingen’. Van daaruit voerden zij de aarde.
In welke werkelijkheid sta ik? Hoe kan ik die werkelijkheid kennen?
|
HOE KENNEN WE DE WERKELIJKHEID?
Tegen de achtergrond van de doctoraten die Panikkar op zijn naam heeft staan –filosofie, theologie en wetenschappen (chemie) –stelt hij zichzelf de vraag: hoe kennen we de werkelijkheid? Sinds de tijd van Copernicus (1473-1543) en Galilei (1564-1642) is onze kennis van de werkelijkheid in raptempo toegenomen en daarmee ook de drang om nóg meer kennis te vergaren in de exacte en menswetenschappen. Hierdoor heeft de technologie zich eveneens snel kunnen evolueren. Deze ontwikkelingen zouden de wereld beter en veiliger gemaakt kunnen hebben, maar de wijze waarop kennis gebruikt en misbruikt wordt heeft het tegendeel bewezen. De wetenschappen, zo stelt Panikkar, bestuderen de werkelijkheid van kosmos en mensheid vanuit de invalshoek van kwantiteit. Alle aspecten van de werkelijkheid beschouwen we als objecten die op zichzelf staan en kunnen worden geanalyseerd, ingepast en aangewend voor de doelstellingen van de wetenschap en technologie. Vervolgens voor winst, rijkdom, macht een aanzien, zowel persoonlijk als collectief, in economische, sociale en politieke systemen. Alles wordt gemeten, berekend en gewogen. Zelfs de mens wordt, naar lichaam en geest, aan de hand van kwantitatieve schema’s geanalyseerd en beoordeeld. Als kind was Panikkar een homo religiosus, zoals hij het zelf heeft gezegd. Altijd bezig met de fundamentele vragen van het leven. In welke werkelijkheid sta ik? Hoe kan ik die werkelijkheid kennen? Wat is de zin van leven en dood? Wat is een goed leven op aarde? Hij ervaart zichzelf als deel van die aarde, en als iemand die daar creatief mee samenwerkt. Dat heeft gevolgen voor onze spiritualiteit. “Om de aarde in onze spiritualiteit te integreren moeten we een nieuwe levensstijl aannemen en een nieuwe opvatting over wat beschaving is”, zegt hij.
In Panikkars levensbeschouwing staan kosmos en materie niet tegenover God, en staan God en mens niet tegenover elkaar. De werkelijkheid is één. Daarbinnen onderscheidt hij drie wezenlijke dimensies: de kosmische, menselijke en goddelijke. Hiermee samenhangend onderscheidt hij drie kenniswegen, drie ‘ogen’ waarmee wij de werkelijkheid in haar dimensies kunnen kennen: het eerste oog is die van de zintuigen, het tweede oog die van de rede, en het derde oog die van het geloof. De drie dimensies noch de drie kenniswegen zijn van elkaar te scheiden. Panikkar noemt dit de kosmotheandrische visie of ervaring: kosmos, mens(heid) en het goddelijke vormen één dynamisch geheel. De zin van het leven, zo stelt hij, vinden wij in de verwezenlijking van heel onze persoon in haar drie onderscheiden maar onscheidbare dimensies van lichaam, bewustzijn en mystieke zin. Centraal staat dus de relatie: alles is met elkaar verbonden.
Alles is met elkaar verbonden. De theologie van Panikkar is voor hem ook spiritualiteit en levenskunst. Het is een manier om met de werkelijkheid om te gaan. “Deze spiritualiteit misprijst de zintuigen niet, maar ze houdt daar niet op: het eerste oog, dat van de zintuigen, heeft het tweede oog nodig, dat van de rede. Maar dit alles moeten we integreren in het visioen van het derde oog.” Dit derde oog ziet volgens de geest in de materie. Het lichaam is volgens Panikkar immers veel meer dan een instrument. “Het is iets goddelijks. Een ‘tempel van de heilige Geest’, naar het woord van de Schriften. Dat wil zeggen dat het geluk, het welzijn, de gezondheid en het geweten in deze spiritualiteit opgenomen worden.”
Er is de kosmische werkelijkheid. Deze is eindeloos groot, telt wel honderd miljard sterrenstelsels die alle honderd á driehonderd miljard sterren bevatten, met een ontelbaar aantal planeten die daaromheen draaien. Voorbij de waarneembare horizon van 13,7 miljard lichtjaren is misschien volgens sommige wetenschappers misschien wel meer dan alleen onze kosmos. Van universum naar multiversum. Er is ook de menselijke werkelijkheid, die mensheid die zich ongeveer zeven miljoen jaar geleden langzaam begon te onderscheiden van de apenkolonies van destijds, zich bewust van zijn omgeving en zichzelf: de mens weet hoe hij zich in de omringende wereld kan oriënteren. Ten slotte is er de goddelijke werkelijkheid, de dimensie van oneindigheid en vrijheid, onuitsprekelijk en ongrijpbaar. Een diepere dimensie die wij louter kunnen leren kennen door ervaring: de mystieke ervaring, zoals Panikkar het noemt. Ook al is niet iedereen zich hiervan bewust en staat niet iedereen open voor deze dimensie.
In deze goddelijke werkelijkheid is voor Panikkar geleidelijk een ander godsbeeld ontstaan: het goddelijke niet langer tegenover maar in de mens. Mens en God zijn één, en toch onderscheiden: advaita, verbonden zonder tweeheid. In die eenheid –het goddelijke in de mens –plaatst hij de ‘nieuwe monnik’.
Het goddelijke staat niet tegenover maar in de mens.
|
DE NIEUWE MONNIK
November 1980. In de stad Hoyoke, in de staat Massachuts in de Verenigde Staten, begeleidt Panikkar Raimon een meerdaags symposium met als thema ‘De monnik als universeel archetype’. Hij sluit het symposium op de vierde dag af met een viering die grotendeels in stilte plaatsvindt. Geheel in de traditie van het monnikendom, met een rijke geschiedenis in de christelijke traditie in Oost en West. Monniken verruilden toen de spanningen van het ‘wereldse’ leven voor een leven in afzondering, om zich geheel te kunnen richten op het ‘absolute’, de uiteindelijke zin van het leven. Niet omdat zij hier lang over hadden nagedacht, eerder vanuit een diep verlangen, een innerlijk moeten: je wordt gegrepen en kunt niet anders meer. Een ontologisch verlangen, zoals Panikkar het zegt, een verlangen vanuit het diepste zijn. De monnik als universeel archetype verwijst naar een wijze van zijn, een grondvorm die in iedere mens een eigen, unieke gestalte aanneemt: de monnik in ieder van ons, op zoek naar de volmaaktheid in de groei tot God. De nieuwe monnik stelt de herinnering aan de dood en het ultieme blijvend centraal in zijn leven. Niet in afzondering in een abdij, ver van de wereld vol spanningen van ziekte, lijden, uitsluiting en vernedering, maar juist te midden van zijn medemensen. Het klinkt door in de eerste gelofte van de boeddhistische bodhisattva*: “Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze alle te bevrijden.” De nieuwe monnik wil niet buiten maar mét deze wereld op weg gaan naar bevrijding en vervulling.
GEMEENSCHAP
Raimon Panikkar ziet hoe onze tijd zich kenmerkt door een extreem individualisme. Het individu als een losstaand atoom, dat door heersende machten geïsoleerd en gemanipuleerd kan worden. Het kan zelfs worden weggeworpen en vervangen. De wegwerpmaatschappij betreft dan niet alleen dingen en producten, maar ook de mens zelf. Pannikar zet hier een geheel andere visie tegenover: de mens als knooppunt van duizend relaties. De mens in relatie met de natuur, met medemensen, met zichzelf en met wat ‘God’ – het transcendente of het Mysterie – genoemd wordt. “De monastieke spiritualiteit wil de wereld niet hervormen door een onmiddellijke actie. Zij streeft ernaar de mens te hervormen, vanuit de overtuiging dat zo’n hervorming niet alleen zijn egoïstische individualiteit betreft, maar de totaliteit van zijn persoon”, zegt Panikkar. “Die weerspiegelt heel de werkelijkheid, maar beïnvloedt ze ook. Daar ligt het verschil met andere vormen van spiritualiteit. Het accent ligt op de menselijke persoon, niet op het veranderen van sociale, materiële of intellectuele structuren.”
In een leven voorbij het individu richten we ons tot een gemeenschap, een abdij, een boeddhistische sangha, de islamitische oemma, omwille van de nabijheid en het vertrouwen in de anderen. De gemeenschap als levend organisme, een sacrament, een mysterie. De nieuwe monnik wil niet leven in afzondering maar wil juist midden in de gemeenschap staan.
November 1980. In de stad Hoyoke, in de staat Massachuts in de Verenigde Staten, begeleidt Panikkar Raimon een meerdaags symposium met als thema ‘De monnik als universeel archetype’. Hij sluit het symposium op de vierde dag af met een viering die grotendeels in stilte plaatsvindt. Geheel in de traditie van het monnikendom, met een rijke geschiedenis in de christelijke traditie in Oost en West. Monniken verruilden toen de spanningen van het ‘wereldse’ leven voor een leven in afzondering, om zich geheel te kunnen richten op het ‘absolute’, de uiteindelijke zin van het leven. Niet omdat zij hier lang over hadden nagedacht, eerder vanuit een diep verlangen, een innerlijk moeten: je wordt gegrepen en kunt niet anders meer. Een ontologisch verlangen, zoals Panikkar het zegt, een verlangen vanuit het diepste zijn. De monnik als universeel archetype verwijst naar een wijze van zijn, een grondvorm die in iedere mens een eigen, unieke gestalte aanneemt: de monnik in ieder van ons, op zoek naar de volmaaktheid in de groei tot God. De nieuwe monnik stelt de herinnering aan de dood en het ultieme blijvend centraal in zijn leven. Niet in afzondering in een abdij, ver van de wereld vol spanningen van ziekte, lijden, uitsluiting en vernedering, maar juist te midden van zijn medemensen. Het klinkt door in de eerste gelofte van de boeddhistische bodhisattva*: “Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze alle te bevrijden.” De nieuwe monnik wil niet buiten maar mét deze wereld op weg gaan naar bevrijding en vervulling.
GEMEENSCHAP
Raimon Panikkar ziet hoe onze tijd zich kenmerkt door een extreem individualisme. Het individu als een losstaand atoom, dat door heersende machten geïsoleerd en gemanipuleerd kan worden. Het kan zelfs worden weggeworpen en vervangen. De wegwerpmaatschappij betreft dan niet alleen dingen en producten, maar ook de mens zelf. Pannikar zet hier een geheel andere visie tegenover: de mens als knooppunt van duizend relaties. De mens in relatie met de natuur, met medemensen, met zichzelf en met wat ‘God’ – het transcendente of het Mysterie – genoemd wordt. “De monastieke spiritualiteit wil de wereld niet hervormen door een onmiddellijke actie. Zij streeft ernaar de mens te hervormen, vanuit de overtuiging dat zo’n hervorming niet alleen zijn egoïstische individualiteit betreft, maar de totaliteit van zijn persoon”, zegt Panikkar. “Die weerspiegelt heel de werkelijkheid, maar beïnvloedt ze ook. Daar ligt het verschil met andere vormen van spiritualiteit. Het accent ligt op de menselijke persoon, niet op het veranderen van sociale, materiële of intellectuele structuren.”
In een leven voorbij het individu richten we ons tot een gemeenschap, een abdij, een boeddhistische sangha, de islamitische oemma, omwille van de nabijheid en het vertrouwen in de anderen. De gemeenschap als levend organisme, een sacrament, een mysterie. De nieuwe monnik wil niet leven in afzondering maar wil juist midden in de gemeenschap staan.
Pannikar zocht niet zozeer naar manieren om God te benoemen maar om God te erváren.
|
DE EEUWIGHEID IN HET HIER EN NU
Is er een nieuw leven na de dood, of een opstanding? Panikkar vindt het antwoord in het leven van nu. Waar mensen getroost en bevrijd worden, strijden tegen onrecht en kunnen vergeven, dáár gebeurt verrijzenis. Het leven laten doorbreken tegen al wat dood is. Verrijzen doen we als we, zoals de monnik, heel ons leven daarop richten. “Vrijheid zou het eerste en het laatste woord van de mystiek genoemd kunnen worden. Zelf zie ik er de mooiste eigenschap in van die werkelijkheid die ik ‘het goddelijke’ noem: vrijheid en oneindigheid.”
“Wie bang is voor de dood, is bang voor het Leven; wie bang is voor het leven, leeft het Leven niet”, zegt Panikkar. “Als we beseffen dat wij maar een beperkte tijd in deze wereld leven, en dat ons de mogelijkheid geboden wordt om de diepere kern van ons bestaan te ontdekken, dan zullen wij een diepere vrede ervaren die bron is van geluk.”
GOD ALS ALLES ZIJNDE
Raimon Panikkar overleed op 26 augustus 2010 in de vrede en vrijheid waarin hij zijn pelgrimspad volgde. Een pad waarop christendom, hindoeïsme, boeddhisme en islam in zijn kijk op religie en spiritualiteit samen optrokken. Niet als religieuze instituten, maar geloofstradities waarin Panikkar de kernwaarden wist te vinden en te verenigen. Blijf bij je traditie, leerde hij ons. In de nevel van zijn metafoor van de Ganges zocht Panikkar niet zozeer naar manieren om God te benoemen, maar naar manieren om God te erváren. God als alles zijnde.Daarmee sprak hij tot de verbeelding van vele gelovigen, zinzoekers, en spirituelen. Hij ging voor hen uit als de nieuwe monnik waarover hij sprak. De monnik als bevrijding voor de ander, bevrijding voor hemzelf.
TOT SLOT
Na lezing van Vensters op het Mysterie schaar ik mij nu in de rij van belangstellenden voor het gedachtengoed van Raimon Panikkar. Al vind ik de letterlijke citaten van Panikkar, zoals door de auteur Marc van Tente in het boek weergegeven, niet altijd eenvoudig te volgen, integendeel. Maar de manier waarop Van Tente vervolgenstot de essentie van Panikkars spirituele denken komt, en dit voor de lezer helder uiteen weet te zetten, biedt ruimbaan voor een uiterst inspirerende ontdekkingstocht waarop een aantal parels te vinden zijn die een moderne voorganger handvatten geven voor een nieuwe inwijding in een spiritueel geloofsleven. Ik denk aan de Nieuwe Monnik, de Panikkars ontvouwde ruimte voor het erváren van God; niet door erover te spreken, maar door te verstillen en zodoende tot het diepste van je wezen te komen. Nieuwe vensters zijn geopend.
VOETNOOT
*Een bodhisattva (Sanskriet: bodhisattva; Pali: bodhisatta) is in het Mahayana-boeddhisme een wezen (sattva) dat naar verlichting (bodhi) streeft. Bodhisattva's kunnen mythische of historische figuren en zelfs levende personen zijn. Bodhisattva's zijn voor Mahayana-boeddhisten heilige figuren, die aanbeden worden. Mahayana-tempels bevatten doorgaans beelden en afbeeldingen van vele bodhisattva’s.
Dit artikel is gepubliceerd in Stemmen #2 september 2022 van Vrijzinnigen Schiedam.
Is er een nieuw leven na de dood, of een opstanding? Panikkar vindt het antwoord in het leven van nu. Waar mensen getroost en bevrijd worden, strijden tegen onrecht en kunnen vergeven, dáár gebeurt verrijzenis. Het leven laten doorbreken tegen al wat dood is. Verrijzen doen we als we, zoals de monnik, heel ons leven daarop richten. “Vrijheid zou het eerste en het laatste woord van de mystiek genoemd kunnen worden. Zelf zie ik er de mooiste eigenschap in van die werkelijkheid die ik ‘het goddelijke’ noem: vrijheid en oneindigheid.”
“Wie bang is voor de dood, is bang voor het Leven; wie bang is voor het leven, leeft het Leven niet”, zegt Panikkar. “Als we beseffen dat wij maar een beperkte tijd in deze wereld leven, en dat ons de mogelijkheid geboden wordt om de diepere kern van ons bestaan te ontdekken, dan zullen wij een diepere vrede ervaren die bron is van geluk.”
GOD ALS ALLES ZIJNDE
Raimon Panikkar overleed op 26 augustus 2010 in de vrede en vrijheid waarin hij zijn pelgrimspad volgde. Een pad waarop christendom, hindoeïsme, boeddhisme en islam in zijn kijk op religie en spiritualiteit samen optrokken. Niet als religieuze instituten, maar geloofstradities waarin Panikkar de kernwaarden wist te vinden en te verenigen. Blijf bij je traditie, leerde hij ons. In de nevel van zijn metafoor van de Ganges zocht Panikkar niet zozeer naar manieren om God te benoemen, maar naar manieren om God te erváren. God als alles zijnde.Daarmee sprak hij tot de verbeelding van vele gelovigen, zinzoekers, en spirituelen. Hij ging voor hen uit als de nieuwe monnik waarover hij sprak. De monnik als bevrijding voor de ander, bevrijding voor hemzelf.
TOT SLOT
Na lezing van Vensters op het Mysterie schaar ik mij nu in de rij van belangstellenden voor het gedachtengoed van Raimon Panikkar. Al vind ik de letterlijke citaten van Panikkar, zoals door de auteur Marc van Tente in het boek weergegeven, niet altijd eenvoudig te volgen, integendeel. Maar de manier waarop Van Tente vervolgenstot de essentie van Panikkars spirituele denken komt, en dit voor de lezer helder uiteen weet te zetten, biedt ruimbaan voor een uiterst inspirerende ontdekkingstocht waarop een aantal parels te vinden zijn die een moderne voorganger handvatten geven voor een nieuwe inwijding in een spiritueel geloofsleven. Ik denk aan de Nieuwe Monnik, de Panikkars ontvouwde ruimte voor het erváren van God; niet door erover te spreken, maar door te verstillen en zodoende tot het diepste van je wezen te komen. Nieuwe vensters zijn geopend.
VOETNOOT
*Een bodhisattva (Sanskriet: bodhisattva; Pali: bodhisatta) is in het Mahayana-boeddhisme een wezen (sattva) dat naar verlichting (bodhi) streeft. Bodhisattva's kunnen mythische of historische figuren en zelfs levende personen zijn. Bodhisattva's zijn voor Mahayana-boeddhisten heilige figuren, die aanbeden worden. Mahayana-tempels bevatten doorgaans beelden en afbeeldingen van vele bodhisattva’s.
Dit artikel is gepubliceerd in Stemmen #2 september 2022 van Vrijzinnigen Schiedam.